Bel ons anoniem & gratis

Vrouwelijke misbruikplegers

Gepubliceerd op December 30th, 2022

Onbekend?

Over vrouwelijke misbruikplegers horen we erg weinig. Daar zijn verschillende redenen voor en een daarvan is dat het gewoonweg minder vaak voor lijkt te komen. Waarom komt het minder voor? Daar zijn veel theorieën over. Ten eerste zijn er mogelijk problemen met melding en registratie. Ten tweede zou het kleinere aantal ook te maken kunnen hebben met een gendervooroordeel waarbij misbruik door vrouwen mogelijk niet als even ernstig wordt beschouwd als misbruik door mannen. En het zou ook kunnen met name seksueel kindermisbruik vaker door mannen gepleegd wordt (Felson, et al., 2019).


Verschillende groepen

Ongeveer vijf procent van de aangiftes van seksueel misbruik van kinderen bij de politie, wordt door een vrouw gepleegd. Bij hen lijken vaak andere problemen een rol te spelen dan bij mannelijke plegers. Ze hebben vaker depressieklachten, voelen zich ontevreden, hebben meer last van stemmingswisselingen en er is dikwijls sprake van middelengebruik. Er zijn drie groepen te onderscheiden:

-De eerste groep pleegt misbruik met minderjarigen en ziet het niet als misbruik maar als een gewenste wederzijdse relatie.

-De tweede groep is erg veel met seks bezig en dwingt seks af bij een kind.

-De derde groep van de vrouwelijke plegers doen dit samen met een man. Deze vrouwen stellen zich vaker afhankelijk op ten opzichte van de man en hebben een hogere mate van antisociaal gedrag. Vaak heeft de man al eerder een seksueel misdrijf gepleegd.

Vrouwelijke misbruikplegers met een pedofiele voorkeur zijn er nauwelijks en daardoor is er ook weinig over bekend. In de behandeling van vrouwen is veel aandacht voor steun, begeleiding naar een grotere zelfstandigheid en het opbouwen van gezonde relaties. Er vallen weinig vrouwen terug in een seksueel delict; de recidive is na zes jaar maar anderhalf procent. (Mulder, J; 2018)


Verschillen

Vrouwelijke seksueel kindmisbruikers vormen een groep zonder een ‘typisch’ persoonlijk profiel. Desondanks zijn er kenmerken gerapporteerd. Grayston en DeLuca (1999) beschreven dat de meerderheid in de 20 of begin 30 is wat betreft leeftijd. De vrouwen zijn wit. Vaak hebben de betrokkenen als kinderen of volwassene al misbruik meegemaakt; soms ernstig en langdurig. Mogelijk was ook sprake van andere negatieve jeugdervaringen geweest zoals huiselijk geweld, verwaarlozing en een algemeen ontwrichte of verstoorde opvoeding.


Er zijn meer onderzoeken gedaan over de groep van vrouwelijke misbruikplegers. Maar de ene informatie lijkt soms de andere tegen te spreken. Vooralsnog is het daarom moeilijk om iets specifieks over deze groep te zeggen.